FDI EN ECONOMISCHE GROEI: Het geval van UEMOA

De WAEMU-landen blijven in hun voortdurende zoektocht naar een stabiele en duurzame groei met het oog op het verbeteren van het welzijn van hun bevolking niet achter bij de uitvoering van de regelgeving die gericht is op het aantrekken van directe buitenlandse investeringen. De netto buitenlandse directe investeringsstromen naar de WAEMU-landen zijn sinds het begin van de jaren 2000 gestaag toegenomen, met name in 2002, met een versnelling van hun tempo in de jaren daarna, ondanks de context van de internationale economische en financiële crisis. Ten opzichte van het BBP zijn deze stromen gestegen van 0,88% in 2002 tot 2,6% in 2017, na respectievelijk 3,5% en 6,1% te hebben bereikt in 2009 en 2011. Uit een econometrische analyse blijkt dat het effect van de BDI op de economische groei van WAEMU negatief is. In dit verband zijn er dringend maatregelen nodig om de economische en sociale infrastructuur te versterken, de politieke stabiliteit te consolideren en de integratie te verdiepen, teneinde de DBI-stromen te vergroten en te diversifiëren door ze te richten op de industriële sector, zodat ze de economische ontwikkeling van de subregio ten goede komen.